Conflicthantering
Conflicthantering kan een gevolg zijn van een onderhandeling. Hierbij botsen partijen met elkaar en zorgt het voor extra spanning. Een conflict hoeft niet altijd slecht te zijn; het kan goede verandering opleveren. Weinig conflictsituaties betekent vooral dat er weinig betrokkenheid en motivatie is bij het onderhandelingsproces.
Conflicthantering is het behandelen van conflicten. Meestal is dit nodig bij zware conflicten. Als je een conflict gaat behandelen, is een aantal punten van belang daarbij:
ā
Op welke inhoud heeft het conflict exact betrekking? Wat zijn de standpunten en welke belangen zijn in het geding?
Welke emoties spelen een rol?
Wat zijn de machtsverhoudingen?
Wat is de rol van de situatie waarin betrokkenen verkeren?
Wat voor conflictstijlen hanteren betrokkenen?
In wat voor stadium bevindt het conflict zich (latent, onderkend, beleefd of manifest)?
Wat zijn de visies van de betrokkenen op het conflict?
ā
Deze punten hebben invloed op welke manier van interventie je kiest. Dit kan zijn:
ā
Zelf op laten lossen.
Bemiddelen
Laten bemiddelen
Forceren
ā
Eigen ervaring
ā
Volgens de Thomas-Kilmann-methode heb je vijf soorten situaties die je kan hebben na een conflict, namelijk:
ā
Allebei de partijen verliezen
De ene partij verliest, de andere wint
Vice versa
De partijen winnen allebei (samenwerken)
Er wordt een deal gesloten (compromis)
ā
Uit de test van Thomas-Kilmann kwam naar voren dat ik tijdens conflicten compromissen opzoek. Ik herken dit ook in mijzelf. Ik ga nooit helemaal voor mijn eigen belang, maar wil er ook zeker niet als verliezer uitkomen. De beste manier is dan de middenweg opzoeken, namelijk de compromis. Ik merk dat ik het fijn vind om alle partijen tevreden te houden en niet dingen te forceren waar de andere partij niet blij van wordt.
Ik heb in het restaurant waar ik heb gewerkt een klein conflict gehad met mijn baas. Ik wilde namelijk in de bediening werken, maar ik mocht dat niet omdat ik na een jaar alweer weg zou gaan. Ik zou dan de hele tijd in de afwas staan, maar ik wilde dat niet het hele jaar doen. Ik wilde in eerste instantie niet afwassen maar meteen bedienen, ook omdat ik daar al ervaring mee had. De baas was helaas streng en het mocht niet. Toen hebben we een deal gesloten. Ik mocht na een half jaar toch bedienen als ik het goed deed in de afwas. Ik stemde ermee in en uiteindelijk mocht ik na een half jaar in de bediening staan. Dat was dus een compromis. Ik en mijn baas waren aan het eind tevreden.
ā